© Yuhina 2024
Witoorbuulbuul

De witoorbuulbuul

Pycnonotus jocosus

Deel 2

De pop begon wat aarzelend te broeden, maar na een dag of 4 zat ze vast op het nest met de man als wachtpost bij het invlieggat van het nachthok. Op dag 12 zagen we de pop met een stuk eischaal naar buiten vliegen en bleek er een jonge buulbuul in het nest te liggen. Als je zo’n kaal vogeltje ziet liggen, denk je…: “Dat gaat het niet redden…”. Het tweede eitje is nooit uitgekomen, wat op zich wel goed bleek, want dat ene jong had daar goed steun aan. Wat de ouders in het begin voerden, konden we niet heel goed waarnemen, maar het jong groeide als kool. Op de vijfde dag konden we al ringen. met een ring van 4,5 mm. Voor de zekerheid was de ring voorzien van een stukje ventielslang. (De ringen van dit jaar vallen nogal op met de helder rode kleur.) Na ongeveer een week werden er ook al wasmotlarven en krekels maat 6 in de altijd hongerige bek gepropt. Op een leeftijd van 14 dagen, zat het inmiddels aardig bevederde jong op de rand van het nest en een dag later vonden we de jonge buulbuul scharrelend op de grond. De 3 volgende nachten hebben we het eigenwijze beestje teruggezet in het nest. De nachten waren nog best fris en de moeder ging het jong netjes warm houden in de nacht. Inmiddels ook wat veertjes opgestuurd en het jong bleek een jongedame te zijn. Met wat dagen oefenen, kon het jong een stukje vliegen en op een gegeven moment was ze ook buiten te vinden. Vliegen ging al beter, maar landen was een stuk lastiger.

Over het verblijf

De vogels in onze volière hebben zowel binnen als buiten, de beschikking over drink- en badwater op 2 niveau’s, een goed universeelvoer, meelwormen, buffalowormen, krekels, wasmotlarven, zowel levend als diepvries en krulvliegen. Ook staan er diepvriespinkies, maar die worden amper aangeraakt. Verder elke dag vers gemaakt eivoer, tropische zaadmengeling en trosgierst. 2 Keer in de week krijgen ze ook goed uitgespoeld kiemzaad waar ook de buulbuuls graag van eten. Door de aanplant in en om de volière zijn er ook voldoende rondvliegend een kruipende insecten te verschalken. Overigens nemen de witoor buulbuuls ook regelmatig een hap uit het tropisch zaad en peuteren ze wat trosgierst los.
© Yuhina 2024
Witoorbuulbuul

De witoorbuulbuul

Pycnonotus jocosus

Deel 2

De pop begon wat aarzelend te broeden, maar na een dag of 4 zat ze vast op het nest met de man als wachtpost bij het invlieggat van het nachthok. Op dag 12 zagen we de pop met een stuk eischaal naar buiten vliegen en bleek er een jonge buulbuul in het nest te liggen. Als je zo’n kaal vogeltje ziet liggen, denk je…: “Dat gaat het niet redden…”. Het tweede eitje is nooit uitgekomen, wat op zich wel goed bleek, want dat ene jong had daar goed steun aan. Wat de ouders in het begin voerden, konden we niet heel goed waarnemen, maar het jong groeide als kool. Op de vijfde dag konden we al ringen. met een ring van 4,5 mm. Voor de zekerheid was de ring voorzien van een stukje ventielslang. (De ringen van dit jaar vallen nogal op met de helder rode kleur.) Na ongeveer een week werden er ook al wasmotlarven en krekels maat 6 in de altijd hongerige bek gepropt. Op een leeftijd van 14 dagen, zat het inmiddels aardig bevederde jong op de rand van het nest en een dag later vonden we de jonge buulbuul scharrelend op de grond. De 3 volgende nachten hebben we het eigenwijze beestje teruggezet in het nest. De nachten waren nog best fris en de moeder ging het jong netjes warm houden in de nacht. Inmiddels ook wat veertjes opgestuurd en het jong bleek een jongedame te zijn. Met wat dagen oefenen, kon het jong een stukje vliegen en op een gegeven moment was ze ook buiten te vinden. Vliegen ging al beter, maar landen was een stuk lastiger.

Over het verblijf

De vogels in onze volière hebben zowel binnen als buiten, de beschikking over drink- en badwater op 2 niveau’s, een goed universeelvoer, meelwormen, buffalowormen, krekels, wasmotlarven, zowel levend als diepvries en krulvliegen. Ook staan er diepvriespinkies, maar die worden amper aangeraakt. Verder elke dag vers gemaakt eivoer, tropische zaadmengeling en trosgierst. 2 Keer in de week krijgen ze ook goed uitgespoeld kiemzaad waar ook de buulbuuls graag van eten. Door de aanplant in en om de volière zijn er ook voldoende rondvliegend een kruipende insecten te verschalken. Overigens nemen de witoor buulbuuls ook regelmatig een hap uit het tropisch zaad en peuteren ze wat trosgierst los.